Husqvarna® VIKING® Accessoire Catalogus

10 7 OVERLOCKEN EN VERSIEREN PARELVOET Art.nr. 620117196 Voor HUSKYLOCK™ s15. M et deze naaivoet naait u kraaltjes en parels aan uw stof. Voorbereiden van de machine: • Naald: • Steeksoort: • Steeklengte: Links of rechts (Advies: Links) 3-draads overlocksteek of 4-draads overlocksteek 3-5 mm • Differentieel transport: Normaal • Bovenmes: In- of uitgeschakeld Naaien: 1. Kies eerst naaimethode (A) of (B), bepaal vervolgens de stand van de naald en naai 2 of 3 steken. 2. Draai met de hand aan het handwiel tot de punt van de naald op dezelfde hoogte is als het oppervlak van de stof tijdens de opwaartse slag. Steek vervolgens het uiteinde van het kralensnoer in de geleider van de naaivoet. 3. Naai 2-3 steken door met de hand aan het handwiel te draaien. 4. Druk tijdens het naaien voorzichtig met uw linkervinger op de kralen. 5. Naai de laatste steken door met de hand het handwiel te draaien om te voorkomen dat de kralen in aanraking komen met de naald of grijper. RIMPELVOET Art.nr. 620117996 Voor HUSKYLOCK™ s21 en s25. De rimpelvoet is perfect voor het rimpelen van een enkele laag stof of voor het gelijktijdig rimpelen en naaien van twee lagen stof. De onderste laag stof wordt dan gerimpeld en de bovenste laag blijft gewoon glad. Geschikt voor dunne en normale geweven stof. 1. Stel de overlockmachine in op de gewenste steek. 2. Klik de rimpelvoet op de machine. 3. Schuif de onderste laag stof (de te rimpelen stof ) tussen de steekplaat en de rimpelvoet, helemaal tot aan het mesje, met de goede kant omhoog. 4. Schuif de bovenste stoflaag in de opening van de rimpelvoet en op gelijke hoogte met de onderste laag met de goede kant omlaag. 5. Breng de naaivoet omlaag en naai. Geleid de stof tegen de stofgeleider en laat de onderste laag vrij transporteren om te rimpelen. Tip! Om voller te rimpelen: • Verhoog de bovendraadspanning • Zet het differentieel transport op een hoger cijfer • Zet de steeklengte op een hoger cijfer U kunt ook een enkele laag stof rimpelen door de stof onder de naaivoet te leggen en de steeklengte, het differentieel transport en de bovendraadspanning aan te passen op de gewenste volheid. A B